Quran Apps in many lanuages:

Surah Al-Maeda Ayahs #18 Translated in Dutch

وَمِنَ الَّذِينَ قَالُوا إِنَّا نَصَارَىٰ أَخَذْنَا مِيثَاقَهُمْ فَنَسُوا حَظًّا مِمَّا ذُكِّرُوا بِهِ فَأَغْرَيْنَا بَيْنَهُمُ الْعَدَاوَةَ وَالْبَغْضَاءَ إِلَىٰ يَوْمِ الْقِيَامَةِ ۚ وَسَوْفَ يُنَبِّئُهُمُ اللَّهُ بِمَا كَانُوا يَصْنَعُونَ
En van hen, die zeggen: Wij zijn Christenen; wij hebben eene verbintenis aangenomen; maar zij hebben een gedeelte vergeten van hetgeen hun werd onderwezen; derhalve hebben wij vijandschap en haat onder hen doen ontstaan tot den dag der opstanding, en God zal hun dan zeker mededeelen, wat zij hebben verricht.
يَا أَهْلَ الْكِتَابِ قَدْ جَاءَكُمْ رَسُولُنَا يُبَيِّنُ لَكُمْ كَثِيرًا مِمَّا كُنْتُمْ تُخْفُونَ مِنَ الْكِتَابِ وَيَعْفُو عَنْ كَثِيرٍ ۚ قَدْ جَاءَكُمْ مِنَ اللَّهِ نُورٌ وَكِتَابٌ مُبِينٌ
O gij, die de schriften hebt ontvangen, thans is onze apostel onder u gekomen, om u vele plaatsen duidelijk te maken, welke gij in de schriften hebt verborgen, om vele anderen daarvan voorbij te gaan. Thans is het licht in een duidelijk boek van God tot u gekomen.
يَهْدِي بِهِ اللَّهُ مَنِ اتَّبَعَ رِضْوَانَهُ سُبُلَ السَّلَامِ وَيُخْرِجُهُمْ مِنَ الظُّلُمَاتِ إِلَى النُّورِ بِإِذْنِهِ وَيَهْدِيهِمْ إِلَىٰ صِرَاطٍ مُسْتَقِيمٍ
Daarmede zal God hem leiden, die zijn wil op de paden des vredes zal volgen, en hem voeren door zijn wil uit de duisternis tot het licht, hij zal hem richten op den rechten weg.
لَقَدْ كَفَرَ الَّذِينَ قَالُوا إِنَّ اللَّهَ هُوَ الْمَسِيحُ ابْنُ مَرْيَمَ ۚ قُلْ فَمَنْ يَمْلِكُ مِنَ اللَّهِ شَيْئًا إِنْ أَرَادَ أَنْ يُهْلِكَ الْمَسِيحَ ابْنَ مَرْيَمَ وَأُمَّهُ وَمَنْ فِي الْأَرْضِ جَمِيعًا ۗ وَلِلَّهِ مُلْكُ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ وَمَا بَيْنَهُمَا ۚ يَخْلُقُ مَا يَشَاءُ ۚ وَاللَّهُ عَلَىٰ كُلِّ شَيْءٍ قَدِيرٌ
Zij, die zeggen, dat Christus, de zoon van Maria, God is, zijn ongeloovigen. Zeg hun: Wie zou God kunnen tegengaan, indien het hem behaagt had Christus, den zoon van Maria, en zijne moeder en al, die op de aarde zijn, te verdelgen? Want Gode behoort het koninkrijk des hemels en der aarde, en wat daar tusschen is; hij schept wat hem behaagt, en God is almachtig.
وَقَالَتِ الْيَهُودُ وَالنَّصَارَىٰ نَحْنُ أَبْنَاءُ اللَّهِ وَأَحِبَّاؤُهُ ۚ قُلْ فَلِمَ يُعَذِّبُكُمْ بِذُنُوبِكُمْ ۖ بَلْ أَنْتُمْ بَشَرٌ مِمَّنْ خَلَقَ ۚ يَغْفِرُ لِمَنْ يَشَاءُ وَيُعَذِّبُ مَنْ يَشَاءُ ۚ وَلِلَّهِ مُلْكُ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ وَمَا بَيْنَهُمَا ۖ وَإِلَيْهِ الْمَصِيرُ
De Joden en Christenen zeggen, wij zijn de kinderen Gods en zijne geliefden. Antwoord: Waarom straft hij u dan voor uwe zonden? Maar gij zijt slechts menschen, van diegenen, welke hij heeft geschapen. Hij vergeeft aan wie het hem behaagt, en hij straft wie hem behaagt; en Gode behoort het koninkrijk des hemels en der aarde, en alles wat tusschen beide is; en tot hem keert alles terug.

Choose other languages: