وَاللَّيْلِ إِذَا يَغْشَىٰ
Ik zweer bij den nacht, als die alle dingen met duisternis bedekt.
وَالنَّهَارِ إِذَا تَجَلَّىٰ
Bij den dag als die met glans schittert;
وَمَا خَلَقَ الذَّكَرَ وَالْأُنْثَىٰ
Bij Hem, die het mannelijke en het vrouwelijke schepsel heeft geschapen.
إِنَّ سَعْيَكُمْ لَشَتَّىٰ
Waarlijk, uwe pogingen hebben verschillende doeleinden.
فَأَمَّا مَنْ أَعْطَىٰ وَاتَّقَىٰ
Maar hem, die gehoorzaam is en God vreest
وَصَدَّقَ بِالْحُسْنَىٰ
En de waarheid van het geloof belijdt, dat het uitnemendst is.
فَسَنُيَسِّرُهُ لِلْيُسْرَىٰ
Dien zullen wij den weg des geluks gemakkelijk maken.
وَأَمَّا مَنْ بَخِلَ وَاسْتَغْنَىٰ
Maar hem, die gierig zal wezen, en zich om niets dan deze wereld bekommert
وَكَذَّبَ بِالْحُسْنَىٰ
En de waarheid zal loochenen van datgene, wat het uitnemendst is.
فَسَنُيَسِّرُهُ لِلْعُسْرَىٰ
Dien zulle wij den weg tot de ellende vergemakkelijken.
Load More
