Download Mobile App:

Surah Al-Maarij Translated in Dutch

سَأَلَ سَائِلٌ بِعَذَابٍ وَاقِعٍ

Iemand vraagt en roept om wraak.

لِلْكَافِرِينَ لَيْسَ لَهُ دَافِعٌ

Over de ongeloovigen. Er zal niemand wezen, die verhinderen kan.

مِنَ اللَّهِ ذِي الْمَعَارِجِ

Dat God hen bedroeven, de meester der trappen.

تَعْرُجُ الْمَلَائِكَةُ وَالرُّوحُ إِلَيْهِ فِي يَوْمٍ كَانَ مِقْدَارُهُ خَمْسِينَ أَلْفَ سَنَةٍ

Langs welke de engelen tot hem opstijgen in een dag, wiens uitgebreidheid vijftig duizend jaren bedraagt.

فَاصْبِرْ صَبْرًا جَمِيلًا

Daarom, verdraagt de beleedigingen van de bewoners van Mekka met lofwaardig geduld.

إِنَّهُمْ يَرَوْنَهُ بَعِيدًا

Want zij (de ongeloovigen) zien hunne straf ver verwijderd.

وَنَرَاهُ قَرِيبًا

Maar wij zien die nabij.

يَوْمَ تَكُونُ السَّمَاءُ كَالْمُهْلِ

Op een zekeren dag zal de hemel als gesmolten koper worden.

وَتَكُونُ الْجِبَالُ كَالْعِهْنِ

En de bergen gelijk wol van verschillende kleuren, door den wind uiteengedreven.

وَلَا يَسْأَلُ حَمِيمٌ حَمِيمًا

En een vriend zal den ander niet naar zijn toestand vragen