Quran Apps in many lanuages:

Surah Yusuf Ayahs #62 Translated in Dutch

وَجَاءَ إِخْوَةُ يُوسُفَ فَدَخَلُوا عَلَيْهِ فَعَرَفَهُمْ وَهُمْ لَهُ مُنْكِرُونَ
Vervolgens kwamen Jozefs broederen en wendden zich tot hem, en hij herkende hen, doch zij herkenden hem niet.
وَلَمَّا جَهَّزَهُمْ بِجَهَازِهِمْ قَالَ ائْتُونِي بِأَخٍ لَكُمْ مِنْ أَبِيكُمْ ۚ أَلَا تَرَوْنَ أَنِّي أُوفِي الْكَيْلَ وَأَنَا خَيْرُ الْمُنْزِلِينَ
En toen hij hen van hunne levensmiddelen had voorzien, zeide hij: Breng uwen broeder tot mij, den zoon van uwen vader. Ziet gij niet dat ik de volle maat geef en dat ik mijne gasten gul ontvang?
فَإِنْ لَمْ تَأْتُونِي بِهِ فَلَا كَيْلَ لَكُمْ عِنْدِي وَلَا تَقْرَبُونِ
Maar indien gij hem niet tot mij brengt, zal u door mij geen koren meer gemeten worden, en gij zult niet meer in mijne tegenwoordigheid komen.
قَالُوا سَنُرَاوِدُ عَنْهُ أَبَاهُ وَإِنَّا لَفَاعِلُونَ
Zij antwoordden: Wij zullen trachten hem van zijn vader te verkrijgen, en wij zullen zekerlijk volvoeren wat gij verlangt.
وَقَالَ لِفِتْيَانِهِ اجْعَلُوا بِضَاعَتَهُمْ فِي رِحَالِهِمْ لَعَلَّهُمْ يَعْرِفُونَهَا إِذَا انْقَلَبُوا إِلَىٰ أَهْلِهِمْ لَعَلَّهُمْ يَرْجِعُونَ
En Jozef zeide tot zijne dienaren: Leg hun geld, dat zij voor hun koren hebben betaald, in hunne zakken, opdat zij het bemerken als zij tot hun gezin zijn teruggekeerd; misschien komen zij tot ons terug.

Choose other languages: