Quran Apps in many lanuages:

Surah Yusuf Ayahs #17 Translated in Dutch

قَالَ إِنِّي لَيَحْزُنُنِي أَنْ تَذْهَبُوا بِهِ وَأَخَافُ أَنْ يَأْكُلَهُ الذِّئْبُ وَأَنْتُمْ عَنْهُ غَافِلُونَ
Jacob antwoordde: Het grieft mij, dat gij hem medeneemt, en ik vrees dat de wolf hem verscheure, dewijl gij achteloos nopens hem zijt.
قَالُوا لَئِنْ أَكَلَهُ الذِّئْبُ وَنَحْنُ عُصْبَةٌ إِنَّا إِذًا لَخَاسِرُونَ
Zij zeiden: Waarlijk indien de wolf hem verslond, terwijl wij zoo velen zijn, zouden wij inderdaad zwak wezen.
فَلَمَّا ذَهَبُوا بِهِ وَأَجْمَعُوا أَنْ يَجْعَلُوهُ فِي غَيَابَتِ الْجُبِّ ۚ وَأَوْحَيْنَا إِلَيْهِ لَتُنَبِّئَنَّهُمْ بِأَمْرِهِمْ هَٰذَا وَهُمْ لَا يَشْعُرُونَ
En toen zij hem met zich hadden genomen, en overeengekomen waren, hem tot op den bodem des puts neder te laten, voerden zij hun voornemen uit; en wij zonden hem eene openbaring zeggende: Gij zult hun hierna deze hunne daad verklaren, en zij zullen niet bemerken, dat gij Jozef zijt.
وَجَاءُوا أَبَاهُمْ عِشَاءً يَبْكُونَ
En zij kwamen des avonds tot hunnen vader, weenende.
قَالُوا يَا أَبَانَا إِنَّا ذَهَبْنَا نَسْتَبِقُ وَتَرَكْنَا يُوسُفَ عِنْدَ مَتَاعِنَا فَأَكَلَهُ الذِّئْبُ ۖ وَمَا أَنْتَ بِمُؤْمِنٍ لَنَا وَلَوْ كُنَّا صَادِقِينَ
Zij zeiden: Vader! wij hebben ons verwijderd en hebben een wedloop gehouden; wij hebben Jozef met onze reisgoederen verlaten, en de wolf heeft hem verscheurd; doch gij wilt ons niet gelooven, hoewel wij de waarheid spreken.

Choose other languages: