Quran Apps in many lanuages:

Surah An-Nur Ayahs #39 Translated in Dutch

اللَّهُ نُورُ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ ۚ مَثَلُ نُورِهِ كَمِشْكَاةٍ فِيهَا مِصْبَاحٌ ۖ الْمِصْبَاحُ فِي زُجَاجَةٍ ۖ الزُّجَاجَةُ كَأَنَّهَا كَوْكَبٌ دُرِّيٌّ يُوقَدُ مِنْ شَجَرَةٍ مُبَارَكَةٍ زَيْتُونَةٍ لَا شَرْقِيَّةٍ وَلَا غَرْبِيَّةٍ يَكَادُ زَيْتُهَا يُضِيءُ وَلَوْ لَمْ تَمْسَسْهُ نَارٌ ۚ نُورٌ عَلَىٰ نُورٍ ۗ يَهْدِي اللَّهُ لِنُورِهِ مَنْ يَشَاءُ ۚ وَيَضْرِبُ اللَّهُ الْأَمْثَالَ لِلنَّاسِ ۗ وَاللَّهُ بِكُلِّ شَيْءٍ عَلِيمٌ
God is het licht van hemel en aarde. Dat licht is als eene nis, waarin zich eene lamp bevindt; eene lamp in een glas besloten; een glas dat zich vertoont als ware het eene lichtende ster. Het is verlicht met de olie van een gezegenden boom, van een olijfboom, die noch van het Oosten noch van het Westen is. Er is slechts weinig toe noodig om die olie licht te doen geven, zelfs als zij door geen vuur wordt aangemaakt. Dit is een licht met een licht. God zal door dit licht leiden wie hem behaagt. God stelt den menschen vergelijkingen voor; want God kent alle dingen.
فِي بُيُوتٍ أَذِنَ اللَّهُ أَنْ تُرْفَعَ وَيُذْكَرَ فِيهَا اسْمُهُ يُسَبِّحُ لَهُ فِيهَا بِالْغُدُوِّ وَالْآصَالِ
In de huizen waarvan God de oprichting heeft veroorloofd, opdat daarin zijn naam zou mogen worden herdacht, verkondigen de menschen zijn lof des ochtends en des avonds.
رِجَالٌ لَا تُلْهِيهِمْ تِجَارَةٌ وَلَا بَيْعٌ عَنْ ذِكْرِ اللَّهِ وَإِقَامِ الصَّلَاةِ وَإِيتَاءِ الزَّكَاةِ ۙ يَخَافُونَ يَوْمًا تَتَقَلَّبُ فِيهِ الْقُلُوبُ وَالْأَبْصَارُ
Die noch door handel noch door verbintenissen van het herdenken van God en van het in acht nemen des gebeds en het geven van aalmoezen worden afgetrokken, den dag vreezende, waarop de harten en oogen der menschen zullen worden verward;
لِيَجْزِيَهُمُ اللَّهُ أَحْسَنَ مَا عَمِلُوا وَيَزِيدَهُمْ مِنْ فَضْلِهِ ۗ وَاللَّهُ يَرْزُقُ مَنْ يَشَاءُ بِغَيْرِ حِسَابٍ
Opdat God hen zou mogen beloonen, overeenkomstig de grootste verdienste van hetgeen zij hebben verricht, en hun van zijnen overvloed eene uitmuntende belooning toekennen; want God beschenkt zonder maat wie hem behaagt.
وَالَّذِينَ كَفَرُوا أَعْمَالُهُمْ كَسَرَابٍ بِقِيعَةٍ يَحْسَبُهُ الظَّمْآنُ مَاءً حَتَّىٰ إِذَا جَاءَهُ لَمْ يَجِدْهُ شَيْئًا وَوَجَدَ اللَّهَ عِنْدَهُ فَوَفَّاهُ حِسَابَهُ ۗ وَاللَّهُ سَرِيعُ الْحِسَابِ
Maar wat de ongeloovigen betreft, hunne werken zijn gelijk aan den damp in eene vlakte die door den dorstige voor water wordt gehouden, totdat hij bij zijne nadering vindt, dat het niets is, maar hij vindt God met zich, die hem zijne rekening ruim betalen zal, en God is snel in het opmaken der rekening;

Choose other languages: