Quran Apps in many lanuages:

Surah An-Nur Ayahs #41 Translated in Dutch

رِجَالٌ لَا تُلْهِيهِمْ تِجَارَةٌ وَلَا بَيْعٌ عَنْ ذِكْرِ اللَّهِ وَإِقَامِ الصَّلَاةِ وَإِيتَاءِ الزَّكَاةِ ۙ يَخَافُونَ يَوْمًا تَتَقَلَّبُ فِيهِ الْقُلُوبُ وَالْأَبْصَارُ
Die noch door handel noch door verbintenissen van het herdenken van God en van het in acht nemen des gebeds en het geven van aalmoezen worden afgetrokken, den dag vreezende, waarop de harten en oogen der menschen zullen worden verward;
لِيَجْزِيَهُمُ اللَّهُ أَحْسَنَ مَا عَمِلُوا وَيَزِيدَهُمْ مِنْ فَضْلِهِ ۗ وَاللَّهُ يَرْزُقُ مَنْ يَشَاءُ بِغَيْرِ حِسَابٍ
Opdat God hen zou mogen beloonen, overeenkomstig de grootste verdienste van hetgeen zij hebben verricht, en hun van zijnen overvloed eene uitmuntende belooning toekennen; want God beschenkt zonder maat wie hem behaagt.
وَالَّذِينَ كَفَرُوا أَعْمَالُهُمْ كَسَرَابٍ بِقِيعَةٍ يَحْسَبُهُ الظَّمْآنُ مَاءً حَتَّىٰ إِذَا جَاءَهُ لَمْ يَجِدْهُ شَيْئًا وَوَجَدَ اللَّهَ عِنْدَهُ فَوَفَّاهُ حِسَابَهُ ۗ وَاللَّهُ سَرِيعُ الْحِسَابِ
Maar wat de ongeloovigen betreft, hunne werken zijn gelijk aan den damp in eene vlakte die door den dorstige voor water wordt gehouden, totdat hij bij zijne nadering vindt, dat het niets is, maar hij vindt God met zich, die hem zijne rekening ruim betalen zal, en God is snel in het opmaken der rekening;
أَوْ كَظُلُمَاتٍ فِي بَحْرٍ لُجِّيٍّ يَغْشَاهُ مَوْجٌ مِنْ فَوْقِهِ مَوْجٌ مِنْ فَوْقِهِ سَحَابٌ ۚ ظُلُمَاتٌ بَعْضُهَا فَوْقَ بَعْضٍ إِذَا أَخْرَجَ يَدَهُ لَمْ يَكَدْ يَرَاهَا ۗ وَمَنْ لَمْ يَجْعَلِ اللَّهُ لَهُ نُورًا فَمَا لَهُ مِنْ نُورٍ
Of als de duisternis, verspreid over eene diepe zee, met golven bedekt die over andere golven rollen, waarboven wolken liggen, en daarboven duisternis boven duisternis; de mensch strekt zijne hand uit en ziet het niet. Indien God den mensch geen licht geeft, waar zal hij het dan vinden?
أَلَمْ تَرَ أَنَّ اللَّهَ يُسَبِّحُ لَهُ مَنْ فِي السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ وَالطَّيْرُ صَافَّاتٍ ۖ كُلٌّ قَدْ عَلِمَ صَلَاتَهُ وَتَسْبِيحَهُ ۗ وَاللَّهُ عَلِيمٌ بِمَا يَفْعَلُونَ
Hebt gij niet overwogen, dat alle schepselen, zoowel in den hemel als op de aarde Gods lof verkondigen; ook de vogels die hunne vleugelen uitspreiden? Ieder kent zijn gebed en zijnen lofzang, en God weet wat zij doen.

Choose other languages: