Surah Al-Maeda Ayahs #113 Translated in Dutch
يَوْمَ يَجْمَعُ اللَّهُ الرُّسُلَ فَيَقُولُ مَاذَا أُجِبْتُمْ ۖ قَالُوا لَا عِلْمَ لَنَا ۖ إِنَّكَ أَنْتَ عَلَّامُ الْغُيُوبِ
Op zekeren dag zal God de apostels vereenigen en tot hen zeggen: Welk een antwoord werd u gegeven, toen gij voor het volk hebt gepredikt, naar hetwelk gij werd afgezonden? Zij zullen antwoorden: Wij hebben geene kennis, maar gij kent de geheimen.
إِذْ قَالَ اللَّهُ يَا عِيسَى ابْنَ مَرْيَمَ اذْكُرْ نِعْمَتِي عَلَيْكَ وَعَلَىٰ وَالِدَتِكَ إِذْ أَيَّدْتُكَ بِرُوحِ الْقُدُسِ تُكَلِّمُ النَّاسَ فِي الْمَهْدِ وَكَهْلًا ۖ وَإِذْ عَلَّمْتُكَ الْكِتَابَ وَالْحِكْمَةَ وَالتَّوْرَاةَ وَالْإِنْجِيلَ ۖ وَإِذْ تَخْلُقُ مِنَ الطِّينِ كَهَيْئَةِ الطَّيْرِ بِإِذْنِي فَتَنْفُخُ فِيهَا فَتَكُونُ طَيْرًا بِإِذْنِي ۖ وَتُبْرِئُ الْأَكْمَهَ وَالْأَبْرَصَ بِإِذْنِي ۖ وَإِذْ تُخْرِجُ الْمَوْتَىٰ بِإِذْنِي ۖ وَإِذْ كَفَفْتُ بَنِي إِسْرَائِيلَ عَنْكَ إِذْ جِئْتَهُمْ بِالْبَيِّنَاتِ فَقَالَ الَّذِينَ كَفَرُوا مِنْهُمْ إِنْ هَٰذَا إِلَّا سِحْرٌ مُبِينٌ
Als God zal zeggen: o Jezus! zoon van Maria: gedenk mijne gunst omtrent u en omtrent uwe moeder, toen ik u sterkte met den heiligen geest, opdat gij tot de menschen in hunne wieg zoudt spreken, en toen gij zijt opgegroeid. En toen ik u de schrift onderwees en wijsheid, en de wet en het evangelie; en toen gij, door mijn verlof, slijk in den vorm van een vogel hebt gebracht, en dat gij er in hebt geblazen en dat het door mijn verlof een vogel werd, en dat gij een blindgeborene en een melaatsche door mijn verlof hebt genezen, en toen gij, door mijn verlof, de dooden hunne graven deedt verlaten, en toen ik de kinderen Isra
وَإِذْ أَوْحَيْتُ إِلَى الْحَوَارِيِّينَ أَنْ آمِنُوا بِي وَبِرَسُولِي قَالُوا آمَنَّا وَاشْهَدْ بِأَنَّنَا مُسْلِمُونَ
En toen ik de apostelen gebood, zeggende: Gelooft in mij en in mijn gezant, antwoordden zij: Wij gelooven, en gij zijt getuige, dat wij Gode zijn onderworpen.
إِذْ قَالَ الْحَوَارِيُّونَ يَا عِيسَى ابْنَ مَرْيَمَ هَلْ يَسْتَطِيعُ رَبُّكَ أَنْ يُنَزِّلَ عَلَيْنَا مَائِدَةً مِنَ السَّمَاءِ ۖ قَالَ اتَّقُوا اللَّهَ إِنْ كُنْتُمْ مُؤْمِنِينَ
Gedenk, toen de apostelen zeiden: O, Jezus, zoon van Maria! is uw Heer in staat, ons eene tafel uit den hemel te doen nederdalen? Hij antwoordde: Vreest God, indien gij ware geloovigen zijt.
قَالُوا نُرِيدُ أَنْ نَأْكُلَ مِنْهَا وَتَطْمَئِنَّ قُلُوبُنَا وَنَعْلَمَ أَنْ قَدْ صَدَقْتَنَا وَنَكُونَ عَلَيْهَا مِنَ الشَّاهِدِينَ
Zij zeiden: Wij verlangen er van te eten, en dat onze harten voldaan mogen worden, en dat wij mogen weten, of gij ons de waarheid hebt verhaald, en dat wij er getuigen van mogen zijn.
Choose other languages:

Albanian

Amharic

Azerbaijani

Bengali

Bosnian

Bulgarian

Burmese

Chinese

Danish

Dutch

English

Farsi

Filipino

French

Fulah

German

Gujarati

Hausa

Hindi

Indonesian

Italian

Japanese

Jawa

Kazakh

Khmer

Korean

Kurdish

Kyrgyz

Malay

Malayalam

Norwegian

Pashto

Persian

Polish

Portuguese

Punjabi

Russian

Sindhi

Sinhalese

Somali

Spanish

Swahili

Swedish

Tajik

Tamil

Tatar

Telugu

Thai

Turkish

Urdu

Uyghur

Uzbek

Vietnamese

Yoruba
