Quran Apps in many lanuages:

Surah Al-Araf Ayahs #73 Translated in Dutch

أَوَعَجِبْتُمْ أَنْ جَاءَكُمْ ذِكْرٌ مِنْ رَبِّكُمْ عَلَىٰ رَجُلٍ مِنْكُمْ لِيُنْذِرَكُمْ ۚ وَاذْكُرُوا إِذْ جَعَلَكُمْ خُلَفَاءَ مِنْ بَعْدِ قَوْمِ نُوحٍ وَزَادَكُمْ فِي الْخَلْقِ بَسْطَةً ۖ فَاذْكُرُوا آلَاءَ اللَّهِ لَعَلَّكُمْ تُفْلِحُونَ
Verwondert gij u, dat eene vermaning tot u gekomen is van uwen Heer, door een man van u, opdat hij u zou waarschuwen? Herinner u dat hij u aan het volk van Noach heeft doen opvolgen, dat hij u eene reusachtige gedaante heeft gegeven. Herinner u Gods weldaden, opdat gij gelukkig zoudt mogen zijn.
قَالُوا أَجِئْتَنَا لِنَعْبُدَ اللَّهَ وَحْدَهُ وَنَذَرَ مَا كَانَ يَعْبُدُ آبَاؤُنَا ۖ فَأْتِنَا بِمَا تَعِدُنَا إِنْ كُنْتَ مِنَ الصَّادِقِينَ
Zij zeiden tot hem: Zijt gij tot ons gekomen, dat wij God alleen aanbidden en de goden verlaten zouden, die door onze vaderen werden aangebeden? Zorg dat uwe bedreigingen in vervulling gaan, indien gij oprecht zijt.
قَالَ قَدْ وَقَعَ عَلَيْكُمْ مِنْ رَبِّكُمْ رِجْسٌ وَغَضَبٌ ۖ أَتُجَادِلُونَنِي فِي أَسْمَاءٍ سَمَّيْتُمُوهَا أَنْتُمْ وَآبَاؤُكُمْ مَا نَزَّلَ اللَّهُ بِهَا مِنْ سُلْطَانٍ ۚ فَانْتَظِرُوا إِنِّي مَعَكُمْ مِنَ الْمُنْتَظِرِينَ
Hoed antwoordde: Thans zullen weldra Gods wraak en toorn op u nederkomen. Wilt gij met mij twisten over de namen welke gij en uwe vaderen hebt genoemd, en waartoe God u geene macht heeft gegeven? Wacht daarop, dan zal ik een dergenen zijn die met u wachten.
فَأَنْجَيْنَاهُ وَالَّذِينَ مَعَهُ بِرَحْمَةٍ مِنَّا وَقَطَعْنَا دَابِرَ الَّذِينَ كَذَّبُوا بِآيَاتِنَا ۖ وَمَا كَانُوا مُؤْمِنِينَ
En wij bevrijdden hem en hen die met hem hadden geloofd, door onze genade, en wij sneden het grootste gedeelte af van hen die onze teekens van valschheid beschuldigden en geene geloovigen waren.
وَإِلَىٰ ثَمُودَ أَخَاهُمْ صَالِحًا ۗ قَالَ يَا قَوْمِ اعْبُدُوا اللَّهَ مَا لَكُمْ مِنْ إِلَٰهٍ غَيْرُهُ ۖ قَدْ جَاءَتْكُمْ بَيِّنَةٌ مِنْ رَبِّكُمْ ۖ هَٰذِهِ نَاقَةُ اللَّهِ لَكُمْ آيَةً ۖ فَذَرُوهَا تَأْكُلْ فِي أَرْضِ اللَّهِ ۖ وَلَا تَمَسُّوهَا بِسُوءٍ فَيَأْخُذَكُمْ عَذَابٌ أَلِيمٌ
En tot den stam Thamoed zonden wij hunnen broeder Saleh. Hij zeide: O, mijn volk! aanbid God; gij hebt geen God naast hem. Thans is een duidelijk teeken tot u gekomen van uwen God. Deze kameel van God is een teeken voor u, laat hem in Gods weide grazen; doe hem geen kwaad, opdat u geen pijnlijke straf bereike.

Choose other languages: