Quran Apps in many lanuages:

Surah Al-Anbiya Ayahs #63 Translated in Dutch

قَالُوا مَنْ فَعَلَ هَٰذَا بِآلِهَتِنَا إِنَّهُ لَمِنَ الظَّالِمِينَ
En toen zij teruggekeerd waren en de veroorzaakte verwoesting zagen, zeiden zij: Wie heeft dit aan onze goden bedreven? Hij is zekerlijk een goddeloos persoon.
قَالُوا سَمِعْنَا فَتًى يَذْكُرُهُمْ يُقَالُ لَهُ إِبْرَاهِيمُ
En sommigen van hen antwoordden: Wij hoorden een jongman vol verwijtingen van hen spreken; hij is Abraham genaamd.
قَالُوا فَأْتُوا بِهِ عَلَىٰ أَعْيُنِ النَّاسِ لَعَلَّهُمْ يَشْهَدُونَ
Zij zeiden: Brengt hem dus voor het volk, opdat het getuigenis tegen hem aflegge.
قَالُوا أَأَنْتَ فَعَلْتَ هَٰذَا بِآلِهَتِنَا يَا إِبْرَاهِيمُ
En toen hij voor de vergadering was gebracht, zeiden zij tot hem: Hebt gij dit aan onze goden gedaan, o Abraham?
قَالَ بَلْ فَعَلَهُ كَبِيرُهُمْ هَٰذَا فَاسْأَلُوهُمْ إِنْ كَانُوا يَنْطِقُونَ
Hij antwoordde: Neen: deze, de grootste van hen, heeft het gedaan; maar vraagt hun of zij kunnen spreken.

Choose other languages: