Quran Apps in many lanuages:

Surah Aal-E-Imran Ayahs #81 Translated in Dutch

إِنَّ الَّذِينَ يَشْتَرُونَ بِعَهْدِ اللَّهِ وَأَيْمَانِهِمْ ثَمَنًا قَلِيلًا أُولَٰئِكَ لَا خَلَاقَ لَهُمْ فِي الْآخِرَةِ وَلَا يُكَلِّمُهُمُ اللَّهُ وَلَا يَنْظُرُ إِلَيْهِمْ يَوْمَ الْقِيَامَةِ وَلَا يُزَكِّيهِمْ وَلَهُمْ عَذَابٌ أَلِيمٌ
Die met Gods verbond handel drijven en met hunnen eed, voor een nietigen prijs, hebben geen deel aan het volgende leven; op den dag der opstanding zal God hen niet aanspreken. Hij zal geen enkelen blik op hen werpen en hen niet reinigen; maar zij zullen een strenge straf ondergaan.
وَإِنَّ مِنْهُمْ لَفَرِيقًا يَلْوُونَ أَلْسِنَتَهُمْ بِالْكِتَابِ لِتَحْسَبُوهُ مِنَ الْكِتَابِ وَمَا هُوَ مِنَ الْكِتَابِ وَيَقُولُونَ هُوَ مِنْ عِنْدِ اللَّهِ وَمَا هُوَ مِنْ عِنْدِ اللَّهِ وَيَقُولُونَ عَلَى اللَّهِ الْكَذِبَ وَهُمْ يَعْلَمُونَ
Velen van hen lezen hunne vervalschingen van de schrift z
مَا كَانَ لِبَشَرٍ أَنْ يُؤْتِيَهُ اللَّهُ الْكِتَابَ وَالْحُكْمَ وَالنُّبُوَّةَ ثُمَّ يَقُولَ لِلنَّاسِ كُونُوا عِبَادًا لِي مِنْ دُونِ اللَّهِ وَلَٰكِنْ كُونُوا رَبَّانِيِّينَ بِمَا كُنْتُمْ تُعَلِّمُونَ الْكِتَابَ وَبِمَا كُنْتُمْ تَدْرُسُونَ
Het past den mensch niet, nadat God hem de schrift, wijsheid en de profetie heeft gegeven, dat hij daarop tot de menschen zegge: Bidt mij aan, even als God; maar het past hem te zeggen: Volmaakt u in de schrift, die gij kent, en oefent u er in.
وَلَا يَأْمُرَكُمْ أَنْ تَتَّخِذُوا الْمَلَائِكَةَ وَالنَّبِيِّينَ أَرْبَابًا ۗ أَيَأْمُرُكُمْ بِالْكُفْرِ بَعْدَ إِذْ أَنْتُمْ مُسْلِمُونَ
God gebiedt u niet, dat gij engelen of profeten voor uwe meesters zoudt nemen. Zou hij u gebieden ongetrouw te worden, nadat gij trouwe geloovigen (Muzelmannen) zijt geworden.
وَإِذْ أَخَذَ اللَّهُ مِيثَاقَ النَّبِيِّينَ لَمَا آتَيْتُكُمْ مِنْ كِتَابٍ وَحِكْمَةٍ ثُمَّ جَاءَكُمْ رَسُولٌ مُصَدِّقٌ لِمَا مَعَكُمْ لَتُؤْمِنُنَّ بِهِ وَلَتَنْصُرُنَّهُ ۚ قَالَ أَأَقْرَرْتُمْ وَأَخَذْتُمْ عَلَىٰ ذَٰلِكُمْ إِصْرِي ۖ قَالُوا أَقْرَرْنَا ۚ قَالَ فَاشْهَدُوا وَأَنَا مَعَكُمْ مِنَ الشَّاهِدِينَ
Toen God het verbond der profeten aannam, zeide hij hun: Dit is de schrift en de wijsheid die ik u geef. Hierna zal een gezant tot u komen en datgene wat ik u thans geef, bevestigen. Gij moet hem gelooven en hem ondersteunen. God sprak voorts: Hebt gij ernstig besloten, mijn verbond aan te nemen? Zij antwoordden: wij zijn vast besloten. Daarop zeide God: weest dus getuigen, en ik zal met u getuige zijn.

Choose other languages: