Quran Apps in many lanuages:

Surah Ta-Ha Ayahs #47 Translated in Dutch

اذْهَبَا إِلَىٰ فِرْعَوْنَ إِنَّهُ طَغَىٰ
Gaat tot Pharao; want hij is zeer goddeloos.
فَقُولَا لَهُ قَوْلًا لَيِّنًا لَعَلَّهُ يَتَذَكَّرُ أَوْ يَخْشَىٰ
En spreekt bedaard tot hem; misschien zal hij nadenken, of onze bedreigingen vreezen.
قَالَا رَبَّنَا إِنَّنَا نَخَافُ أَنْ يَفْرُطَ عَلَيْنَا أَوْ أَنْ يَطْغَىٰ
Zij antwoordden: O Heer! waarlijk, wij vreezen dat hij zeer gewelddadig omtrent ons zal handelen, of dat hij nog buitensporiger zal zondigen.
قَالَ لَا تَخَافَا ۖ إِنَّنِي مَعَكُمَا أَسْمَعُ وَأَرَىٰ
God hernam: Vreest niet; want ik ben met u. Ik zal hooren en zien.
فَأْتِيَاهُ فَقُولَا إِنَّا رَسُولَا رَبِّكَ فَأَرْسِلْ مَعَنَا بَنِي إِسْرَائِيلَ وَلَا تُعَذِّبْهُمْ ۖ قَدْ جِئْنَاكَ بِآيَةٍ مِنْ رَبِّكَ ۖ وَالسَّلَامُ عَلَىٰ مَنِ اتَّبَعَ الْهُدَىٰ
Gaat dus tot hem en zegt: Waarlijk wij zijn de gezanten van uwen Heer; zendt dus de kinderen Isra

Choose other languages: