Quran Apps in many lanuages:

Surah Hud Ayahs #64 Translated in Dutch

وَأُتْبِعُوا فِي هَٰذِهِ الدُّنْيَا لَعْنَةً وَيَوْمَ الْقِيَامَةِ ۗ أَلَا إِنَّ عَادًا كَفَرُوا رَبَّهُمْ ۗ أَلَا بُعْدًا لِعَادٍ قَوْمِ هُودٍ
Daarvoor werden zij in deze wereld door een vloek vervolgd, en zij zullen daardoor ook op den dag der opstanding vervolgd worden, met den toeroep: Was Ad niet ongeloovig omtrent zijn Heer? Werd er niet gezegd: Weg met Ad, het volk van Hoed?
وَإِلَىٰ ثَمُودَ أَخَاهُمْ صَالِحًا ۚ قَالَ يَا قَوْمِ اعْبُدُوا اللَّهَ مَا لَكُمْ مِنْ إِلَٰهٍ غَيْرُهُ ۖ هُوَ أَنْشَأَكُمْ مِنَ الْأَرْضِ وَاسْتَعْمَرَكُمْ فِيهَا فَاسْتَغْفِرُوهُ ثُمَّ تُوبُوا إِلَيْهِ ۚ إِنَّ رَبِّي قَرِيبٌ مُجِيبٌ
En tot den stam van Thamoed zonden wij hunnen broeder Saleh. Hij zeide tot hen: O mijn volk! aanbid God, gij hebt geen God buiten hem. Hij is het, die u uit de aarde voortbracht en u eene woning daarop heeft geschonken. Vraag hem dus vergiffenis en wend u tot hem; want mijn Heer is nabij, en gereed te antwoorden.
قَالُوا يَا صَالِحُ قَدْ كُنْتَ فِينَا مَرْجُوًّا قَبْلَ هَٰذَا ۖ أَتَنْهَانَا أَنْ نَعْبُدَ مَا يَعْبُدُ آبَاؤُنَا وَإِنَّنَا لَفِي شَكٍّ مِمَّا تَدْعُونَا إِلَيْهِ مُرِيبٍ
Zij antwoordden: O Saleh! Gij waart een persoon, in wien wij voor dezen onze hoop hadden gesteld. Verbiedt gij ons datgene te aanbidden, wat door onze vaderen werd aangebeden? Maar wij verkeeren zekerlijk in twijfel nopens den godsdienst, tot welken gij ons uitnoodigt; als zijnde te recht verdacht.
قَالَ يَا قَوْمِ أَرَأَيْتُمْ إِنْ كُنْتُ عَلَىٰ بَيِّنَةٍ مِنْ رَبِّي وَآتَانِي مِنْهُ رَحْمَةً فَمَنْ يَنْصُرُنِي مِنَ اللَّهِ إِنْ عَصَيْتُهُ ۖ فَمَا تَزِيدُونَنِي غَيْرَ تَخْسِيرٍ
Saleh zeide: O mijn volk! zeg mij; indien ik eene duidelijke verklaring van mijn Heer heb ontvangen, en hij mij zijne genade heeft doen genieten, wie zal mij dan ondersteunen tegen Gods wraak, indien ik hem ongehoorzaam ben? Gij zoudt slechts mijn val vergrooten.
وَيَا قَوْمِ هَٰذِهِ نَاقَةُ اللَّهِ لَكُمْ آيَةً فَذَرُوهَا تَأْكُلْ فِي أَرْضِ اللَّهِ وَلَا تَمَسُّوهَا بِسُوءٍ فَيَأْخُذَكُمْ عَذَابٌ قَرِيبٌ
En hij zeide: O mijn volk! deze wijfjes-kameel van God is een teeken voor u; laat haar vrijelijk op Gods aarde weiden en doe haar geen leed, opdat u geen snelle straf treffe.

Choose other languages: