Quran Apps in many lanuages:

Surah Al-Mujadala Ayahs #9 Translated in Dutch

إِنَّ الَّذِينَ يُحَادُّونَ اللَّهَ وَرَسُولَهُ كُبِتُوا كَمَا كُبِتَ الَّذِينَ مِنْ قَبْلِهِمْ ۚ وَقَدْ أَنْزَلْنَا آيَاتٍ بَيِّنَاتٍ ۚ وَلِلْكَافِرِينَ عَذَابٌ مُهِينٌ
Zij die God en zijn gezant wederstand bieden, zullen ten onder gebracht worden, zooals de ongeloovigen die hen voorafgingen, werden ten onder gebracht. En wij hebben duidelijke teekens nedergezonden, en eene schandelijke straf wacht de ongeloovigen.
يَوْمَ يَبْعَثُهُمُ اللَّهُ جَمِيعًا فَيُنَبِّئُهُمْ بِمَا عَمِلُوا ۚ أَحْصَاهُ اللَّهُ وَنَسُوهُ ۚ وَاللَّهُ عَلَىٰ كُلِّ شَيْءٍ شَهِيدٌ
Op een zekeren dag zal God hen allen ten leven opwekken, en hij zal hun verklaren wat zij verricht hebben. God heeft eene nauwkeurige rekening daarvan opgemaakt; maar zij hebben die vergeten, en God is getuige van alle dingen.
أَلَمْ تَرَ أَنَّ اللَّهَ يَعْلَمُ مَا فِي السَّمَاوَاتِ وَمَا فِي الْأَرْضِ ۖ مَا يَكُونُ مِنْ نَجْوَىٰ ثَلَاثَةٍ إِلَّا هُوَ رَابِعُهُمْ وَلَا خَمْسَةٍ إِلَّا هُوَ سَادِسُهُمْ وَلَا أَدْنَىٰ مِنْ ذَٰلِكَ وَلَا أَكْثَرَ إِلَّا هُوَ مَعَهُمْ أَيْنَ مَا كَانُوا ۖ ثُمَّ يُنَبِّئُهُمْ بِمَا عَمِلُوا يَوْمَ الْقِيَامَةِ ۚ إِنَّ اللَّهَ بِكُلِّ شَيْءٍ عَلِيمٌ
Bemerkt gij niet dat God alles kent, wat in den hemel en op aarde is? Er is geen geheim gesprek tusschen drie personen, of hij is er de vierde van, noch van vijf, of hij is er de zesde van, noch tusschen een kleiner, noch tusschen een grooter getal dan dit, of hij is met hen, waar zij ook mochten zijn: en hij zal hun op den dag der opstanding verklaren, wat zij hebben gedaan; want God kent alle dingen.
أَلَمْ تَرَ إِلَى الَّذِينَ نُهُوا عَنِ النَّجْوَىٰ ثُمَّ يَعُودُونَ لِمَا نُهُوا عَنْهُ وَيَتَنَاجَوْنَ بِالْإِثْمِ وَالْعُدْوَانِ وَمَعْصِيَتِ الرَّسُولِ وَإِذَا جَاءُوكَ حَيَّوْكَ بِمَا لَمْ يُحَيِّكَ بِهِ اللَّهُ وَيَقُولُونَ فِي أَنْفُسِهِمْ لَوْلَا يُعَذِّبُنَا اللَّهُ بِمَا نَقُولُ ۚ حَسْبُهُمْ جَهَنَّمُ يَصْلَوْنَهَا ۖ فَبِئْسَ الْمَصِيرُ
Hebt gij degenen niet opgemerkt, aan wie het ontzegd werd, verboden gesprekken te voeren, maar die nochtans terugkeerden tot hetgeen hun was verboden, en heimelijk onder elkander van zonde spraken en van vijandschap en van ongehoorzaamheid nopens den gezant? En als zij tot u komen, begroeten zij u met een groet, waarmede God u niet begroet, en zij zeggen spottenderwijze tot elkander: Zou God ons niet straffen voor hetgeen wij zeggen, indien deze man een profeet ware? De hel zal eene toereikende straf voor hen zijn; zij zullen die binnengaan om verbrand te worden, en dat zal een ongelukkig verblijf wezen.
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا إِذَا تَنَاجَيْتُمْ فَلَا تَتَنَاجَوْا بِالْإِثْمِ وَالْعُدْوَانِ وَمَعْصِيَتِ الرَّسُولِ وَتَنَاجَوْا بِالْبِرِّ وَالتَّقْوَىٰ ۖ وَاتَّقُوا اللَّهَ الَّذِي إِلَيْهِ تُحْشَرُونَ
O ware geloovigen! als gij in het geheim met elkander spreekt, spreekt dan niet van zonde en vijandschap en ongehoorzaamheid opzichtens den gezant; en vreest God, voor wien gij zult worden verzameld.

Choose other languages: