Quran Apps in many lanuages:

Surah Al-Hujraat Ayahs #11 Translated in Dutch

وَاعْلَمُوا أَنَّ فِيكُمْ رَسُولَ اللَّهِ ۚ لَوْ يُطِيعُكُمْ فِي كَثِيرٍ مِنَ الْأَمْرِ لَعَنِتُّمْ وَلَٰكِنَّ اللَّهَ حَبَّبَ إِلَيْكُمُ الْإِيمَانَ وَزَيَّنَهُ فِي قُلُوبِكُمْ وَكَرَّهَ إِلَيْكُمُ الْكُفْرَ وَالْفُسُوقَ وَالْعِصْيَانَ ۚ أُولَٰئِكَ هُمُ الرَّاشِدُونَ
Weet, dat Gods profeet onder u is. Indien hij u in vele dingen zou gehoorzamen, zoudt gij zekerlijk schuldig zijn aan eene misdaad, door hem in dwaling te brengen. Maar God heeft het geloof aanlokkend voor u gemaakt; hij heeft dat in uwe harten behagelijk gemaakt, en heeft ontrouw, oneerlijkheid en ongehoorzaamheid verachtelijk voor u doen worden. Dit zijn zij die den rechten weg bewandelen.
فَضْلًا مِنَ اللَّهِ وَنِعْمَةً ۚ وَاللَّهُ عَلِيمٌ حَكِيمٌ
Door barmhartigheid van God en genade en God is alwetend en wijs.
وَإِنْ طَائِفَتَانِ مِنَ الْمُؤْمِنِينَ اقْتَتَلُوا فَأَصْلِحُوا بَيْنَهُمَا ۖ فَإِنْ بَغَتْ إِحْدَاهُمَا عَلَى الْأُخْرَىٰ فَقَاتِلُوا الَّتِي تَبْغِي حَتَّىٰ تَفِيءَ إِلَىٰ أَمْرِ اللَّهِ ۚ فَإِنْ فَاءَتْ فَأَصْلِحُوا بَيْنَهُمَا بِالْعَدْلِ وَأَقْسِطُوا ۖ إِنَّ اللَّهَ يُحِبُّ الْمُقْسِطِينَ
Indien twee partijen der geloovigen met elkander twisten, tracht hen dan te vereenigen. Indien de een den ander eene beleediging aandoet, strijdt dan tegen de partij, die de beleediging heeft aangedaan, tot zij tot Gods voorschriften terugkeert. Indien zij terugkeeren, maak dan vrede tusschen hen met eerlijkheid, en handel rechtvaardig; want God bemint hen die rechtvaardig handelen.
إِنَّمَا الْمُؤْمِنُونَ إِخْوَةٌ فَأَصْلِحُوا بَيْنَ أَخَوَيْكُمْ ۚ وَاتَّقُوا اللَّهَ لَعَلَّكُمْ تُرْحَمُونَ
Inderdaad, de ware geloovigen zijn broeders; verzoent dus uwe broeders, en vreest God, opdat gij genade moogt verwerven.
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا لَا يَسْخَرْ قَوْمٌ مِنْ قَوْمٍ عَسَىٰ أَنْ يَكُونُوا خَيْرًا مِنْهُمْ وَلَا نِسَاءٌ مِنْ نِسَاءٍ عَسَىٰ أَنْ يَكُنَّ خَيْرًا مِنْهُنَّ ۖ وَلَا تَلْمِزُوا أَنْفُسَكُمْ وَلَا تَنَابَزُوا بِالْأَلْقَابِ ۖ بِئْسَ الِاسْمُ الْفُسُوقُ بَعْدَ الْإِيمَانِ ۚ وَمَنْ لَمْ يَتُبْ فَأُولَٰئِكَ هُمُ الظَّالِمُونَ
O ware geloovigen! laat de menschen geene andere menschen bespotten en uitlachen, die misschien beter dan zij zelven zijn; en laat de vrouwen even min andere vrouwen spottend uitlachen, die mogelijk beter dan zij zelve zijn. Lastert elkander ook niet, en geeft elkander geene kwetsende bijnamen. Een slechte naam is het, met zonde te zijn beladen, na het geloof te hebben omhelsd, en zij die geen berouw gevoelen, zijn boosdoeners.

Choose other languages: