Surah Al-Hujraat Ayahs #14 Translated in Dutch
إِنَّمَا الْمُؤْمِنُونَ إِخْوَةٌ فَأَصْلِحُوا بَيْنَ أَخَوَيْكُمْ ۚ وَاتَّقُوا اللَّهَ لَعَلَّكُمْ تُرْحَمُونَ
Inderdaad, de ware geloovigen zijn broeders; verzoent dus uwe broeders, en vreest God, opdat gij genade moogt verwerven.
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا لَا يَسْخَرْ قَوْمٌ مِنْ قَوْمٍ عَسَىٰ أَنْ يَكُونُوا خَيْرًا مِنْهُمْ وَلَا نِسَاءٌ مِنْ نِسَاءٍ عَسَىٰ أَنْ يَكُنَّ خَيْرًا مِنْهُنَّ ۖ وَلَا تَلْمِزُوا أَنْفُسَكُمْ وَلَا تَنَابَزُوا بِالْأَلْقَابِ ۖ بِئْسَ الِاسْمُ الْفُسُوقُ بَعْدَ الْإِيمَانِ ۚ وَمَنْ لَمْ يَتُبْ فَأُولَٰئِكَ هُمُ الظَّالِمُونَ
O ware geloovigen! laat de menschen geene andere menschen bespotten en uitlachen, die misschien beter dan zij zelven zijn; en laat de vrouwen even min andere vrouwen spottend uitlachen, die mogelijk beter dan zij zelve zijn. Lastert elkander ook niet, en geeft elkander geene kwetsende bijnamen. Een slechte naam is het, met zonde te zijn beladen, na het geloof te hebben omhelsd, en zij die geen berouw gevoelen, zijn boosdoeners.
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا اجْتَنِبُوا كَثِيرًا مِنَ الظَّنِّ إِنَّ بَعْضَ الظَّنِّ إِثْمٌ ۖ وَلَا تَجَسَّسُوا وَلَا يَغْتَبْ بَعْضُكُمْ بَعْضًا ۚ أَيُحِبُّ أَحَدُكُمْ أَنْ يَأْكُلَ لَحْمَ أَخِيهِ مَيْتًا فَكَرِهْتُمُوهُ ۚ وَاتَّقُوا اللَّهَ ۚ إِنَّ اللَّهَ تَوَّابٌ رَحِيمٌ
O ware geloovigen! vermijdt zorgvuldig elkander te verdenken; want sommige verdenkingen zijn eene misdaad. Onderzoekt niet te nieuwsgierig de feilen eens anderen, en laat geen uwer, in des andere afwezigheid, kwaad spreken. Zou een van u begeeren het vleesch van zijn dooden broeder te eten? Zekerlijk, gij zoudt er afschuw van koesteren. Vreest dus God; want God is gezind tot verzoening en genadig.
يَا أَيُّهَا النَّاسُ إِنَّا خَلَقْنَاكُمْ مِنْ ذَكَرٍ وَأُنْثَىٰ وَجَعَلْنَاكُمْ شُعُوبًا وَقَبَائِلَ لِتَعَارَفُوا ۚ إِنَّ أَكْرَمَكُمْ عِنْدَ اللَّهِ أَتْقَاكُمْ ۚ إِنَّ اللَّهَ عَلِيمٌ خَبِيرٌ
O menschen! waarlijk, wij hebben u uit een mannelijk en een vrouwelijk wezen geschapen, en wij hebben u in volkeren en stammen verdeeld, opdat gij elkander zoudt kennen. Waarlijk, de achtingwaardigste uwer in Gods oog, is de vroomste, en God is wijs en alwetend.
قَالَتِ الْأَعْرَابُ آمَنَّا ۖ قُلْ لَمْ تُؤْمِنُوا وَلَٰكِنْ قُولُوا أَسْلَمْنَا وَلَمَّا يَدْخُلِ الْإِيمَانُ فِي قُلُوبِكُمْ ۖ وَإِنْ تُطِيعُوا اللَّهَ وَرَسُولَهُ لَا يَلِتْكُمْ مِنْ أَعْمَالِكُمْ شَيْئًا ۚ إِنَّ اللَّهَ غَفُورٌ رَحِيمٌ
De Arabieren van de woestijn zeggen: Wij gelooven. Antwoord: Gij gelooft volstrekt niet, maar zeg: Wij hebben den Islam omhelsd; want het geloof is uwe harten nog niet binnengetreden. Indien gij God en zijn gezant gehoorzaamt, zal hij u van geen deel der verdienste uwer werken berooven; want God is vergevensgezind en barmhartig.
Choose other languages:

Albanian

Amharic

Azerbaijani

Bengali

Bosnian

Bulgarian

Burmese

Chinese

Danish

Dutch

English

Farsi

Filipino

French

Fulah

German

Gujarati

Hausa

Hindi

Indonesian

Italian

Japanese

Jawa

Kazakh

Khmer

Korean

Kurdish

Kyrgyz

Malay

Malayalam

Norwegian

Pashto

Persian

Polish

Portuguese

Punjabi

Russian

Sindhi

Sinhalese

Somali

Spanish

Swahili

Swedish

Tajik

Tamil

Tatar

Telugu

Thai

Turkish

Urdu

Uyghur

Uzbek

Vietnamese

Yoruba
