Download Mobile App:

Surah Yunus Ayah #18 Translated in Dutch

وَيَعْبُدُونَ مِنْ دُونِ اللَّهِ مَا لَا يَضُرُّهُمْ وَلَا يَنْفَعُهُمْ وَيَقُولُونَ هَٰؤُلَاءِ شُفَعَاؤُنَا عِنْدَ اللَّهِ ۚ قُلْ أَتُنَبِّئُونَ اللَّهَ بِمَا لَا يَعْلَمُ فِي السَّمَاوَاتِ وَلَا فِي الْأَرْضِ ۚ سُبْحَانَهُ وَتَعَالَىٰ عَمَّا يُشْرِكُونَ
Zij aanbidden naast God datgene, wat hun schaden noch bevoordeelen kan, en zij zeggen: Dit zijn onze tusschenpersonen bij God. Antwoord: Zoudt gij God iets in den hemel of op de aarde kunnen doen kennen wat hij niet kent?. Geloofd zij hij! en het zij verre van hem, wat gij met hem vereenigt!