Surah Ta-Ha Ayahs #70 Translated in Dutch
قَالَ بَلْ أَلْقُوا ۖ فَإِذَا حِبَالُهُمْ وَعِصِيُّهُمْ يُخَيَّلُ إِلَيْهِ مِنْ سِحْرِهِمْ أَنَّهَا تَسْعَىٰ
Hij antwoordde: Werpt gij uwe staven het eerste weg. En zie, hunne koorden en hunne staven schenen hem toe, door hunne tooverij als slangen te loopen.
قُلْنَا لَا تَخَفْ إِنَّكَ أَنْتَ الْأَعْلَىٰ
Maar wij zeiden tot hem: Vrees niet; want gij zult de bovenhand behouden.
وَأَلْقِ مَا فِي يَمِينِكَ تَلْقَفْ مَا صَنَعُوا ۖ إِنَّمَا صَنَعُوا كَيْدُ سَاحِرٍ ۖ وَلَا يُفْلِحُ السَّاحِرُ حَيْثُ أَتَىٰ
Werp dus den staf weg, die zich in uwe rechterhand bevindt, en hij zal de schijnbare slangen verslinden welke zij gemaakt hebben; want hetgeen zij gemaakt hebben is slechts de kunstgreep van een toovenaar, en een toovenaar zal niet gelukkig zijn van waar hij ook moge komen.
فَأُلْقِيَ السَّحَرَةُ سُجَّدًا قَالُوا آمَنَّا بِرَبِّ هَارُونَ وَمُوسَىٰ
En de toovenaars vielen neder toen zij het wonder zagen, dat door Mozes was uitgevoerd, en zij aanbaden, zeggende: Wij gelooven in den Heer van A
Choose other languages:

Albanian

Amharic

Azerbaijani

Bengali

Bosnian

Bulgarian

Burmese

Chinese

Danish

Dutch

English

Farsi

Filipino

French

Fulah

German

Gujarati

Hausa

Hindi

Indonesian

Italian

Japanese

Jawa

Kazakh

Khmer

Korean

Kurdish

Kyrgyz

Malay

Malayalam

Norwegian

Pashto

Persian

Polish

Portuguese

Punjabi

Russian

Sindhi

Sinhalese

Somali

Spanish

Swahili

Swedish

Tajik

Tamil

Tatar

Telugu

Thai

Turkish

Urdu

Uyghur

Uzbek

Vietnamese

Yoruba
