Quran Apps in many lanuages:

Surah An-Nisa Ayahs #20 Translated in Dutch

وَاللَّذَانِ يَأْتِيَانِهَا مِنْكُمْ فَآذُوهُمَا ۖ فَإِنْ تَابَا وَأَصْلَحَا فَأَعْرِضُوا عَنْهُمَا ۗ إِنَّ اللَّهَ كَانَ تَوَّابًا رَحِيمًا
Indien twee uwer dezelfde misdaad begaan, straf hen beiden; maar indien zij berouw hebben en zich beteren, laat hen met rust; want God is vergevingsgezind en barmhartig.
إِنَّمَا التَّوْبَةُ عَلَى اللَّهِ لِلَّذِينَ يَعْمَلُونَ السُّوءَ بِجَهَالَةٍ ثُمَّ يَتُوبُونَ مِنْ قَرِيبٍ فَأُولَٰئِكَ يَتُوبُ اللَّهُ عَلَيْهِمْ ۗ وَكَانَ اللَّهُ عَلِيمًا حَكِيمًا
Waarlijk, bij God is verzoening voor hen, die in onwetendheid gezondigd en er spoedig berouw over hebben. God vergeeft hun; want God is alwetend en wijs.
وَلَيْسَتِ التَّوْبَةُ لِلَّذِينَ يَعْمَلُونَ السَّيِّئَاتِ حَتَّىٰ إِذَا حَضَرَ أَحَدَهُمُ الْمَوْتُ قَالَ إِنِّي تُبْتُ الْآنَ وَلَا الَّذِينَ يَمُوتُونَ وَهُمْ كُفَّارٌ ۚ أُولَٰئِكَ أَعْتَدْنَا لَهُمْ عَذَابًا أَلِيمًا
Maar er is geene verzoening voor hen, die het booze doen tot de dood hen treft, en dan eerst zeggen: Ik heb berouw; ook voor hen niet die als ongeloovigen sterven. Voor dezen hebben wij een strenge straf bepaald.
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا لَا يَحِلُّ لَكُمْ أَنْ تَرِثُوا النِّسَاءَ كَرْهًا ۖ وَلَا تَعْضُلُوهُنَّ لِتَذْهَبُوا بِبَعْضِ مَا آتَيْتُمُوهُنَّ إِلَّا أَنْ يَأْتِينَ بِفَاحِشَةٍ مُبَيِّنَةٍ ۚ وَعَاشِرُوهُنَّ بِالْمَعْرُوفِ ۚ فَإِنْ كَرِهْتُمُوهُنَّ فَعَسَىٰ أَنْ تَكْرَهُوا شَيْئًا وَيَجْعَلَ اللَّهُ فِيهِ خَيْرًا كَثِيرًا
O geloovigen! het is niet geoorloofd, de erfgenamen van vrouwen te worden, tegen haren wil, noch haar te beletten te trouwen; om daardoor een deel te ontvangen van hetgeen gij haar gegeven hebt, behalve indien zij eene openbare misdaad hebben begaan; maar ga goed met haar om. Indien gij haar echter haat, dan kan het mogelijk zijn, dat gij iets haat, waarin door God groot geluk voor u is bereid.
وَإِنْ أَرَدْتُمُ اسْتِبْدَالَ زَوْجٍ مَكَانَ زَوْجٍ وَآتَيْتُمْ إِحْدَاهُنَّ قِنْطَارًا فَلَا تَأْخُذُوا مِنْهُ شَيْئًا ۚ أَتَأْخُذُونَهُ بُهْتَانًا وَإِثْمًا مُبِينًا
Indien gij eene vrouw tegen eene andere wilt verruilen, en hadt gij reeds eene van haar een talent gegeven, dan nog moogt gij niets daarvan terugnemen. Zoudt gij het haar ook door eene onrechtvaardigheid en klaarblijkelijke oneerlijkheid willen afnemen?

Choose other languages: