Quran Apps in many lanuages:

Surah Al-Kahf Ayahs #62 Translated in Dutch

وَرَبُّكَ الْغَفُورُ ذُو الرَّحْمَةِ ۖ لَوْ يُؤَاخِذُهُمْ بِمَا كَسَبُوا لَعَجَّلَ لَهُمُ الْعَذَابَ ۚ بَلْ لَهُمْ مَوْعِدٌ لَنْ يَجِدُوا مِنْ دُونِهِ مَوْئِلًا
Uw Heer is barmhartig en vol van genade; indien hij hen had willen straffen voor hetgeen zij hebben bedreven, zou hij zeker hunne straf hebben verhaast, maar eene bedreiging is tegen hen aangekondigd, en zij zullen geene toevlucht buiten hem vinden.
وَتِلْكَ الْقُرَىٰ أَهْلَكْنَاهُمْ لَمَّا ظَلَمُوا وَجَعَلْنَا لِمَهْلِكِهِمْ مَوْعِدًا
De vroegere steden hebben wij verwoest, toen zij onrechtvaardig handelden, en wij waarschuwden deze, voor hare verdelging.
وَإِذْ قَالَ مُوسَىٰ لِفَتَاهُ لَا أَبْرَحُ حَتَّىٰ أَبْلُغَ مَجْمَعَ الْبَحْرَيْنِ أَوْ أَمْضِيَ حُقُبًا
En gedenk, toen Mozes tot zijn dienaar Josua, den zoon van Nun, zeide: Ik zal niet ophouden voorwaarts te gaan, tot ik op de plaats kom, waar de twee zee
فَلَمَّا بَلَغَا مَجْمَعَ بَيْنِهِمَا نَسِيَا حُوتَهُمَا فَاتَّخَذَ سَبِيلَهُ فِي الْبَحْرِ سَرَبًا
Maar toen zij aan de samenstrooming der beide zee
فَلَمَّا جَاوَزَا قَالَ لِفَتَاهُ آتِنَا غَدَاءَنَا لَقَدْ لَقِينَا مِنْ سَفَرِنَا هَٰذَا نَصَبًا
En toen zij die plaats waren voorbij gegaan, zeide Mozes tot zijn dienaar: Breng ons middagmaal; want wij zijn vermoeid van deze onze reis.

Choose other languages: