![](https://www.al-quran.cc/images/pictures/surah/12.png)
Surah Yusuf Ayah #88 Translated in Dutch
فَلَمَّا دَخَلُوا عَلَيْهِ قَالُوا يَا أَيُّهَا الْعَزِيزُ مَسَّنَا وَأَهْلَنَا الضُّرُّ وَجِئْنَا بِبِضَاعَةٍ مُزْجَاةٍ فَأَوْفِ لَنَا الْكَيْلَ وَتَصَدَّقْ عَلَيْنَا ۖ إِنَّ اللَّهَ يَجْزِي الْمُتَصَدِّقِينَ![](https://www.al-quran.cc/images/pictures/ayah_num/a_88.png)
![](https://www.al-quran.cc/images/pictures/ayah_num/a_88.png)
Daarom keerden de broeders van Jozef naar Egypte terug en toen zij in zijne tegenwoordigheid kwamen, zeiden zij: Edele heer, de hongersnood heerscht bij ons en ons gezin, en wij zijn met eene kleine som gelds gekomen; geef ons dus volle maat, en schenk ons koren als aalmoes; want God beloont hen die aalmoezen geven.