Quran Apps in many lanuages:

Surah Yusuf Ayahs #69 Translated in Dutch

وَلَمَّا فَتَحُوا مَتَاعَهُمْ وَجَدُوا بِضَاعَتَهُمْ رُدَّتْ إِلَيْهِمْ ۖ قَالُوا يَا أَبَانَا مَا نَبْغِي ۖ هَٰذِهِ بِضَاعَتُنَا رُدَّتْ إِلَيْنَا ۖ وَنَمِيرُ أَهْلَنَا وَنَحْفَظُ أَخَانَا وَنَزْدَادُ كَيْلَ بَعِيرٍ ۖ ذَٰلِكَ كَيْلٌ يَسِيرٌ
En toen zij hunne zakken openden, vonden zij dat hun geld was teruggegeven, en zij zeiden: O vader! wat verlangen wij meer? Dit ons geld is ons teruggegeven; wij zullen dus wederkeeren en koren voor onze gezinnen koopen; wij zullen voor onzen broeder zorgen, en wij zullen een kameellast meer ontvangen dan den laatsten keer. Dit is eene kleine hoeveelheid.
قَالَ لَنْ أُرْسِلَهُ مَعَكُمْ حَتَّىٰ تُؤْتُونِ مَوْثِقًا مِنَ اللَّهِ لَتَأْتُنَّنِي بِهِ إِلَّا أَنْ يُحَاطَ بِكُمْ ۖ فَلَمَّا آتَوْهُ مَوْثِقَهُمْ قَالَ اللَّهُ عَلَىٰ مَا نَقُولُ وَكِيلٌ
Jacob zeide: ik wil hem volstrekt niet met u zenden, tenzij gij mij eene plechtige belofte aflegt en bij God zweert, dat gij hem zekerlijk tot mij zult terugbrengen, behalve wanneer zich een onoverkomelijke hinderpaal daartegen opdoet. En toen zij hem hunne plechtige belofte hadden gegeven, zeide hij: God is getuige van hetgeen wij zeggen.
وَقَالَ يَا بَنِيَّ لَا تَدْخُلُوا مِنْ بَابٍ وَاحِدٍ وَادْخُلُوا مِنْ أَبْوَابٍ مُتَفَرِّقَةٍ ۖ وَمَا أُغْنِي عَنْكُمْ مِنَ اللَّهِ مِنْ شَيْءٍ ۖ إِنِ الْحُكْمُ إِلَّا لِلَّهِ ۖ عَلَيْهِ تَوَكَّلْتُ ۖ وَعَلَيْهِ فَلْيَتَوَكَّلِ الْمُتَوَكِّلُونَ
En hij zeide: Mijne zonen treedt de stad niet allen door
وَلَمَّا دَخَلُوا مِنْ حَيْثُ أَمَرَهُمْ أَبُوهُمْ مَا كَانَ يُغْنِي عَنْهُمْ مِنَ اللَّهِ مِنْ شَيْءٍ إِلَّا حَاجَةً فِي نَفْسِ يَعْقُوبَ قَضَاهَا ۚ وَإِنَّهُ لَذُو عِلْمٍ لِمَا عَلَّمْنَاهُ وَلَٰكِنَّ أَكْثَرَ النَّاسِ لَا يَعْلَمُونَ
En toen zij de stad binnenkwamen, zooals hun vader hun had bevolen, was het hun niet van oordeel tegen Gods besluit, en het diende alleen om de begeerte van Jacobs ziel te bevredigen, die het hun had gelast; want hij was begiftigd met de kennis, waarin wij hem hadden onderwezen; maar het grootste deel der menschen begrijpt niet.
وَلَمَّا دَخَلُوا عَلَىٰ يُوسُفَ آوَىٰ إِلَيْهِ أَخَاهُ ۖ قَالَ إِنِّي أَنَا أَخُوكَ فَلَا تَبْتَئِسْ بِمَا كَانُوا يَعْمَلُونَ
En toen zij in tegenwoordigheid van Jozef kwamen, ontving hij zijnen broeder Benjamin als zijn gast en zeide: Waarlijk, ik ben uw broeder; wees dus niet bedroefd om hetgeen zij tegen mij hebben bedreven.

Choose other languages: