Quran Apps in many lanuages:

Surah Hud Ayahs #9 Translated in Dutch

أَلَا إِنَّهُمْ يَثْنُونَ صُدُورَهُمْ لِيَسْتَخْفُوا مِنْهُ ۚ أَلَا حِينَ يَسْتَغْشُونَ ثِيَابَهُمْ يَعْلَمُ مَا يُسِرُّونَ وَمَا يُعْلِنُونَ ۚ إِنَّهُ عَلِيمٌ بِذَاتِ الصُّدُورِ
Leggen zij geene plooien in hunne harten, ten einde hunne voornemens voor hem te verbergen. Als zij zich zelven met hunne kleederen bedekken, kent hij dan niet wat zij verbergen en wat zij laten zien? Want hij kent de binnenste deelen van de harten der menschen.
وَمَا مِنْ دَابَّةٍ فِي الْأَرْضِ إِلَّا عَلَى اللَّهِ رِزْقُهَا وَيَعْلَمُ مُسْتَقَرَّهَا وَمُسْتَوْدَعَهَا ۚ كُلٌّ فِي كِتَابٍ مُبِينٍ
Er is geen schepsel dat op aarde kruipt, of God voorziet het van voedsel, en hij kent zijne woning en de plaats waar het zich verbergt. Het geheel is geschreven in het duidelijke boek van zijne besluiten.
وَهُوَ الَّذِي خَلَقَ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضَ فِي سِتَّةِ أَيَّامٍ وَكَانَ عَرْشُهُ عَلَى الْمَاءِ لِيَبْلُوَكُمْ أَيُّكُمْ أَحْسَنُ عَمَلًا ۗ وَلَئِنْ قُلْتَ إِنَّكُمْ مَبْعُوثُونَ مِنْ بَعْدِ الْمَوْتِ لَيَقُولَنَّ الَّذِينَ كَفَرُوا إِنْ هَٰذَا إِلَّا سِحْرٌ مُبِينٌ
Hij is het, die de hemelen en de aarde in zes dagen heeft geschapen (maar v
وَلَئِنْ أَخَّرْنَا عَنْهُمُ الْعَذَابَ إِلَىٰ أُمَّةٍ مَعْدُودَةٍ لَيَقُولُنَّ مَا يَحْبِسُهُ ۗ أَلَا يَوْمَ يَأْتِيهِمْ لَيْسَ مَصْرُوفًا عَنْهُمْ وَحَاقَ بِهِمْ مَا كَانُوا بِهِ يَسْتَهْزِئُونَ
En waarlijk, indien wij hunne straf tot een bepaalden tijd verschuiven, zullen zij zeggen: Wat belet, dat dit reeds nu geschiede? Zal zij dan niet over hen komen op een dag, waarop niemand aanwezig zal zijn om die van hen af te wenden, en zal datgene wat zij hebben bespot, hen niet omstrikken?
وَلَئِنْ أَذَقْنَا الْإِنْسَانَ مِنَّا رَحْمَةً ثُمَّ نَزَعْنَاهَا مِنْهُ إِنَّهُ لَيَئُوسٌ كَفُورٌ
Waarlijk, indien wij den mensch van onze genade doen proeven, en daarna van hem aftrekken, zal hij zeker wanhopig en ondankbaar worden.

Choose other languages: