Quran Apps in many lanuages:

Surah Al-Araf Ayahs #147 Translated in Dutch

وَلَمَّا جَاءَ مُوسَىٰ لِمِيقَاتِنَا وَكَلَّمَهُ رَبُّهُ قَالَ رَبِّ أَرِنِي أَنْظُرْ إِلَيْكَ ۚ قَالَ لَنْ تَرَانِي وَلَٰكِنِ انْظُرْ إِلَى الْجَبَلِ فَإِنِ اسْتَقَرَّ مَكَانَهُ فَسَوْفَ تَرَانِي ۚ فَلَمَّا تَجَلَّىٰ رَبُّهُ لِلْجَبَلِ جَعَلَهُ دَكًّا وَخَرَّ مُوسَىٰ صَعِقًا ۚ فَلَمَّا أَفَاقَ قَالَ سُبْحَانَكَ تُبْتُ إِلَيْكَ وَأَنَا أَوَّلُ الْمُؤْمِنِينَ
En toen Mozes, op den voor hem bepaalden tijd kwam, en zijn Heer tot hem sprak, zeide hij: o Heer! laat mij uw glans zien opdat ik u aanschouwe. God zeide: Gij zult mij op geenerlei wijze aanschouwen; maar zie den berg aan, en indien deze vast op zijne plaats staat zult gij mij zien. Toen echter zijn Heer met glans op den berg verscheen, veranderde hij dien in stof. En Mozes viel in zwijm neder. En toen hij tot zich zelven kwam, zeide hij: Geloofd zijt gij! Ik keer tot u terug met berouw, en ik ben de eerste der ware geloovigen.
قَالَ يَا مُوسَىٰ إِنِّي اصْطَفَيْتُكَ عَلَى النَّاسِ بِرِسَالَاتِي وَبِكَلَامِي فَخُذْ مَا آتَيْتُكَ وَكُنْ مِنَ الشَّاكِرِينَ
God zeide tot hem: o Mozes! Ik heb u boven alle menschen uitverkoren, door u met mijne opdrachten te vereeren, en door met u te spreken; ontvang dus wat ik u heb gebracht, en wees een van hen die dankbaar zijn.
وَكَتَبْنَا لَهُ فِي الْأَلْوَاحِ مِنْ كُلِّ شَيْءٍ مَوْعِظَةً وَتَفْصِيلًا لِكُلِّ شَيْءٍ فَخُذْهَا بِقُوَّةٍ وَأْمُرْ قَوْمَكَ يَأْخُذُوا بِأَحْسَنِهَا ۚ سَأُرِيكُمْ دَارَ الْفَاسِقِينَ
En wij schreven voor hem op de tafels eene waarschuwing omtrent alles, en eene beslissing in ieder geval en zeiden: Ontvang die met eerbied, en beveel uw volk, dat zij stipt overeenkomstig die voorschriften leven. Ik zal u de woning der snooden toonen.
سَأَصْرِفُ عَنْ آيَاتِيَ الَّذِينَ يَتَكَبَّرُونَ فِي الْأَرْضِ بِغَيْرِ الْحَقِّ وَإِنْ يَرَوْا كُلَّ آيَةٍ لَا يُؤْمِنُوا بِهَا وَإِنْ يَرَوْا سَبِيلَ الرُّشْدِ لَا يَتَّخِذُوهُ سَبِيلًا وَإِنْ يَرَوْا سَبِيلَ الْغَيِّ يَتَّخِذُوهُ سَبِيلًا ۚ ذَٰلِكَ بِأَنَّهُمْ كَذَّبُوا بِآيَاتِنَا وَكَانُوا عَنْهَا غَافِلِينَ
Ik zal degenen van mijne teekens afleiden, die zich trotsch en zonder rechtvaardigheid op aarde gedragen, en hoewel zij ieder teeken zien, daarin niet zullen gelooven; en ofschoon zij het pad der rechtvaardigheid zien, dat niet zullen betreden; maar die, indien zij het pad der dwaling zien, dien weg zullen inslaan. Zoo zal het geschieden, daar zij onze teekens van bedrog beschuldigen en die veronachtzamen.
وَالَّذِينَ كَذَّبُوا بِآيَاتِنَا وَلِقَاءِ الْآخِرَةِ حَبِطَتْ أَعْمَالُهُمْ ۚ هَلْ يُجْزَوْنَ إِلَّا مَا كَانُوا يَعْمَلُونَ
Maar wat hen betreft, die de waarheid van onze teekens loochenen en de ontmoeting in het volgende leven, hunne werken zullen ijdel zijn. Zouden zij anders beloond worden dan overeenkomstig hetgeen zij hebben verricht?

Choose other languages: