Quran Apps in many lanuages:

Surah Al-Anbiya Ayahs #69 Translated in Dutch

ثُمَّ نُكِسُوا عَلَىٰ رُءُوسِهِمْ لَقَدْ عَلِمْتَ مَا هَٰؤُلَاءِ يَنْطِقُونَ
Later keerden zij tot hunne vroegere hardnekkigheid terug en zeiden: Waarlijk, gij weet wel dat deze niet spreken.
قَالَ أَفَتَعْبُدُونَ مِنْ دُونِ اللَّهِ مَا لَا يَنْفَعُكُمْ شَيْئًا وَلَا يَضُرُّكُمْ
Abraham antwoordde: Bidt gij dus naast God aan, wat u noch bevoordeelen noch deren kan?
أُفٍّ لَكُمْ وَلِمَا تَعْبُدُونَ مِنْ دُونِ اللَّهِ ۖ أَفَلَا تَعْقِلُونَ
Schande over u en over datgene wat gij naast God aanbidt! Begrijpt gij het niet?
قَالُوا حَرِّقُوهُ وَانْصُرُوا آلِهَتَكُمْ إِنْ كُنْتُمْ فَاعِلِينَ
Zij zeiden: Verbrandt hem en wreekt uwe goden; indien gij dit doet handelt gij wel.
قُلْنَا يَا نَارُ كُونِي بَرْدًا وَسَلَامًا عَلَىٰ إِبْرَاهِيمَ
En toen Abraham op den brandstapel was geworpen, zeiden wij: O vuur! wees koud en beveilig Abraham.

Choose other languages: