Quran Apps in many lanuages:

Surah Aal-E-Imran Ayahs #156 Translated in Dutch

وَلَقَدْ صَدَقَكُمُ اللَّهُ وَعْدَهُ إِذْ تَحُسُّونَهُمْ بِإِذْنِهِ ۖ حَتَّىٰ إِذَا فَشِلْتُمْ وَتَنَازَعْتُمْ فِي الْأَمْرِ وَعَصَيْتُمْ مِنْ بَعْدِ مَا أَرَاكُمْ مَا تُحِبُّونَ ۚ مِنْكُمْ مَنْ يُرِيدُ الدُّنْيَا وَمِنْكُمْ مَنْ يُرِيدُ الْآخِرَةَ ۚ ثُمَّ صَرَفَكُمْ عَنْهُمْ لِيَبْتَلِيَكُمْ ۖ وَلَقَدْ عَفَا عَنْكُمْ ۗ وَاللَّهُ ذُو فَضْلٍ عَلَى الْمُؤْمِنِينَ
God had reeds zijne beloften vervuld, toen gij, met zijnen wil, de vijanden hebt verslagen; maar gij liet den moed zinken, streedt over de bevelen, werd oproerig, hoewel hij u de vervulling uwer wenschen had getoond. Eenige onder u kozen deze wereld, anderen weder de toekomstige. Hij heeft u op de vlucht gejaagd om u te beproeven; maar hij heeft u reeds vergeven; want God is genadig omtrent de geloovigen.
إِذْ تُصْعِدُونَ وَلَا تَلْوُونَ عَلَىٰ أَحَدٍ وَالرَّسُولُ يَدْعُوكُمْ فِي أُخْرَاكُمْ فَأَثَابَكُمْ غَمًّا بِغَمٍّ لِكَيْلَا تَحْزَنُوا عَلَىٰ مَا فَاتَكُمْ وَلَا مَا أَصَابَكُمْ ۗ وَاللَّهُ خَبِيرٌ بِمَا تَعْمَلُونَ
Herinnert u, hoe gij tegen de hoogte opgeklommen zijt, en naar geen uwer omzaagt, terwijl de profeet u riep. Toen liet God bedroefenis op bedroefenis over u komen, opdat gij geene droefheid zoudt gevoelen over het verlies van den buit en over andere treurige gebeurtenissen. God kent al uwe daden.
ثُمَّ أَنْزَلَ عَلَيْكُمْ مِنْ بَعْدِ الْغَمِّ أَمَنَةً نُعَاسًا يَغْشَىٰ طَائِفَةً مِنْكُمْ ۖ وَطَائِفَةٌ قَدْ أَهَمَّتْهُمْ أَنْفُسُهُمْ يَظُنُّونَ بِاللَّهِ غَيْرَ الْحَقِّ ظَنَّ الْجَاهِلِيَّةِ ۖ يَقُولُونَ هَلْ لَنَا مِنَ الْأَمْرِ مِنْ شَيْءٍ ۗ قُلْ إِنَّ الْأَمْرَ كُلَّهُ لِلَّهِ ۗ يُخْفُونَ فِي أَنْفُسِهِمْ مَا لَا يُبْدُونَ لَكَ ۖ يَقُولُونَ لَوْ كَانَ لَنَا مِنَ الْأَمْرِ شَيْءٌ مَا قُتِلْنَا هَاهُنَا ۗ قُلْ لَوْ كُنْتُمْ فِي بُيُوتِكُمْ لَبَرَزَ الَّذِينَ كُتِبَ عَلَيْهِمُ الْقَتْلُ إِلَىٰ مَضَاجِعِهِمْ ۖ وَلِيَبْتَلِيَ اللَّهُ مَا فِي صُدُورِكُمْ وَلِيُمَحِّصَ مَا فِي قُلُوبِكُمْ ۗ وَاللَّهُ عَلِيمٌ بِذَاتِ الصُّدُورِ
Toen liet God, na de droefheid, tot verkwikking, eenigen in diepen slaap vallen. Een ander deel der uwen werd verontrust door zich zelven, terwijl zij valsche en dwaze denkbeelden van God hadden, en zeiden: zal een gedeelte van die zaak met ons gebeuren. Zeg: waarlijk, alles behoort God. Zij verbergen gedachten in hunne harten, die zij u niet openbaren, zeggende: indien een dergelijke zaak met ons gebeurd ware, wij waren hier niet geslagen geworden. Antwoordt hun: Indien gij zelfs in uwe huizen waart gebleven, dan hadden toch zij, wier dood bestemd was, naar buiten naar de plaats moeten gaan om daar te sterven. God wilde daardoor de gevoelens en gedachten uwer harten onderzoeken; want God kent het binnenste van het hart der menschen.
إِنَّ الَّذِينَ تَوَلَّوْا مِنْكُمْ يَوْمَ الْتَقَى الْجَمْعَانِ إِنَّمَا اسْتَزَلَّهُمُ الشَّيْطَانُ بِبَعْضِ مَا كَسَبُوا ۖ وَلَقَدْ عَفَا اللَّهُ عَنْهُمْ ۗ إِنَّ اللَّهَ غَفُورٌ حَلِيمٌ
Zij die zich op den dag des slags tusschen de beide legers verwijderden, werden door satan verleid, tot straf van eenigerhande misdaad door hen bedreven; maar God heeft hun thans vergeven; want God is vergevend en genadig.
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا لَا تَكُونُوا كَالَّذِينَ كَفَرُوا وَقَالُوا لِإِخْوَانِهِمْ إِذَا ضَرَبُوا فِي الْأَرْضِ أَوْ كَانُوا غُزًّى لَوْ كَانُوا عِنْدَنَا مَا مَاتُوا وَمَا قُتِلُوا لِيَجْعَلَ اللَّهُ ذَٰلِكَ حَسْرَةً فِي قُلُوبِهِمْ ۗ وَاللَّهُ يُحْيِي وَيُمِيتُ ۗ وَاللَّهُ بِمَا تَعْمَلُونَ بَصِيرٌ
O geloovigen! weest niet als de ongeloovigen, die van hunne broeders zeggen, als zij het land doorreizen, of naar den oorlog gaan: Indien zij met ons waren gebleven, zouden zij niet gestorven of niet gedood zijn. God heeft dit gedaan om hun hart te beproeven. God geeft leven en dood, en ziet wat gij doet.

Choose other languages: