Quran Apps in many lanuages:

Surah Ash-Shura Ayahs #15 Translated in Dutch

فَاطِرُ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ ۚ جَعَلَ لَكُمْ مِنْ أَنْفُسِكُمْ أَزْوَاجًا وَمِنَ الْأَنْعَامِ أَزْوَاجًا ۖ يَذْرَؤُكُمْ فِيهِ ۚ لَيْسَ كَمِثْلِهِ شَيْءٌ ۖ وَهُوَ السَّمِيعُ الْبَصِيرُ
De schepper van hemel en aarde heeft u vrouwen van uwe eigene soort gegeven, en mannelijke en vrouwelijk vee, waardoor hij u vermenigvuldigt. Er is niets aan hem gelijk, en hij is het, die alles hoort en ziet.
لَهُ مَقَالِيدُ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ ۖ يَبْسُطُ الرِّزْقَ لِمَنْ يَشَاءُ وَيَقْدِرُ ۚ إِنَّهُ بِكُلِّ شَيْءٍ عَلِيمٌ
Hem behooren de sleutels van hemel en aarde; hij geeft overvloedigen voorraad aan wien hem behaagt, en hij is spaarzaam naar zijn welbehagen: want hij kent alle dingen.
شَرَعَ لَكُمْ مِنَ الدِّينِ مَا وَصَّىٰ بِهِ نُوحًا وَالَّذِي أَوْحَيْنَا إِلَيْكَ وَمَا وَصَّيْنَا بِهِ إِبْرَاهِيمَ وَمُوسَىٰ وَعِيسَىٰ ۖ أَنْ أَقِيمُوا الدِّينَ وَلَا تَتَفَرَّقُوا فِيهِ ۚ كَبُرَ عَلَى الْمُشْرِكِينَ مَا تَدْعُوهُمْ إِلَيْهِ ۚ اللَّهُ يَجْتَبِي إِلَيْهِ مَنْ يَشَاءُ وَيَهْدِي إِلَيْهِ مَنْ يُنِيبُ
Hij heeft u den godsdienst aangewezen, welken hij aan Noach gaf, dien wij u, o Mahomet! hebben geopenbaard, en welken wij aan Abraham, Mozes en Jezus hebben aanbevolen, zeggende: Neemt dezen godsdienst in acht, en weest daarin niet verdeeld. De aanbidding van
وَمَا تَفَرَّقُوا إِلَّا مِنْ بَعْدِ مَا جَاءَهُمُ الْعِلْمُ بَغْيًا بَيْنَهُمْ ۚ وَلَوْلَا كَلِمَةٌ سَبَقَتْ مِنْ رَبِّكَ إِلَىٰ أَجَلٍ مُسَمًّى لَقُضِيَ بَيْنَهُمْ ۚ وَإِنَّ الَّذِينَ أُورِثُوا الْكِتَابَ مِنْ بَعْدِهِمْ لَفِي شَكٍّ مِنْهُ مُرِيبٍ
Zij, die in verleden tijden leefden, waren niet onder elkander verdeeld, dan nadat de kennis van Gods eenheid tot hen was gekomen, en dit was door hunne eigene verdorvenheid. Indien Gods woord, dat de straf op een vooraf bepaalden tijd uitstelde, niet vroeger ware uitgesproken, zou er reeds tusschen hen zijn beslist. Zij, die de schriften na hen hebben ge
فَلِذَٰلِكَ فَادْعُ ۖ وَاسْتَقِمْ كَمَا أُمِرْتَ ۖ وَلَا تَتَّبِعْ أَهْوَاءَهُمْ ۖ وَقُلْ آمَنْتُ بِمَا أَنْزَلَ اللَّهُ مِنْ كِتَابٍ ۖ وَأُمِرْتُ لِأَعْدِلَ بَيْنَكُمُ ۖ اللَّهُ رَبُّنَا وَرَبُّكُمْ ۖ لَنَا أَعْمَالُنَا وَلَكُمْ أَعْمَالُكُمْ ۖ لَا حُجَّةَ بَيْنَنَا وَبَيْنَكُمُ ۖ اللَّهُ يَجْمَعُ بَيْنَنَا ۖ وَإِلَيْهِ الْمَصِيرُ
Noodig hen dus uit, het zekere geloof te ontvangen, en dring bij hen aan, zooals u is bevolen. Volg niet hunne ijdele begeerten, en zeg: Ik geloof in al de schriften welke God heeft nedergezonden, en mij is bevolen rechtvaardigheid tusschen u uit te oefenen. God is onze Heer en uw Heer: aan ons zullen onze werken worden toegekend, en aan u zullen uwe werken worden toegeschreven: laat er tusschen ons en u geen krakeel bestaan; want God zal ons allen op den jongsten dag verzamelen en tot hem zullen wij terugkeeren.

Choose other languages: