Al-Quran 26:40 - Surah Ash-Shu'ara Ayah #40 - Dutch Translation

26:39

وَقِيلَ لِلنَّاسِ هَلْ أَنْتُمْ مُجْتَمِعُونَ

En tot het volk werd gezegd: Zijt gij bijeenvergaderd?

26:40

لَعَلَّنَا نَتَّبِعُ السَّحَرَةَ إِنْ كَانُوا هُمُ الْغَالِبِينَ

Ja, antwoordde het volk onder zich, en wij zullen de toovenaren volgen, indien zij de overwinning behalen.

26:41

فَلَمَّا جَاءَ السَّحَرَةُ قَالُوا لِفِرْعَوْنَ أَئِنَّ لَنَا لَأَجْرًا إِنْ كُنَّا نَحْنُ الْغَالِبِينَ

Toen de toovenaars gekomen waren, zeiden zij tot Pharao: zullen wij zekerlijk eene belooning ontvangen, indien wij de overwinning behalen?

26:42

قَالَ نَعَمْ وَإِنَّكُمْ إِذًا لَمِنَ الْمُقَرَّبِينَ

Hij antwoordde: Ja, en gij zult mijn persoon mogen naderen.

26:43

قَالَ لَهُمْ مُوسَىٰ أَلْقُوا مَا أَنْتُمْ مُلْقُونَ

Mozes zeide tot hen: Werpt neder wat gij neder te werpen hebt.

Surah Ash-Shu'ara Ayahs #43 Translated in Dutch