Surah Al-Kahf Ayahs #31 Translated in Dutch
وَاتْلُ مَا أُوحِيَ إِلَيْكَ مِنْ كِتَابِ رَبِّكَ ۖ لَا مُبَدِّلَ لِكَلِمَاتِهِ وَلَنْ تَجِدَ مِنْ دُونِهِ مُلْتَحَدًا
Lees wat u werd geopenbaard in het boek van uwen Heer, zonder het denkbeeld te hebben, daarin eenige verandering te kunnen brengen; niemand heeft de macht zijne woorden te veranderen, en gij zult niemand vinden tot wien gij uwe toevlucht buiten hem kunt nemen, indien gij daarnaar mocht trachten.
وَاصْبِرْ نَفْسَكَ مَعَ الَّذِينَ يَدْعُونَ رَبَّهُمْ بِالْغَدَاةِ وَالْعَشِيِّ يُرِيدُونَ وَجْهَهُ ۖ وَلَا تَعْدُ عَيْنَاكَ عَنْهُمْ تُرِيدُ زِينَةَ الْحَيَاةِ الدُّنْيَا ۖ وَلَا تُطِعْ مَنْ أَغْفَلْنَا قَلْبَهُ عَنْ ذِكْرِنَا وَاتَّبَعَ هَوَاهُ وَكَانَ أَمْرُهُ فُرُطًا
Wees inschikkelijk omtrent hen, die hunnen Heer des ochtends en des avonds aanroepen, en die zijne gunst trachten te verwerven. Laten uwe oogen zich niet van hen afwenden, om den pronk van dit leven te zoeken, en gehoorzaam dengene nimmer, wiens hart wij zorgeloos omtrent ons hebben doen zijn, die zijne lusten volgt en de waarheid achter zich laat.
وَقُلِ الْحَقُّ مِنْ رَبِّكُمْ ۖ فَمَنْ شَاءَ فَلْيُؤْمِنْ وَمَنْ شَاءَ فَلْيَكْفُرْ ۚ إِنَّا أَعْتَدْنَا لِلظَّالِمِينَ نَارًا أَحَاطَ بِهِمْ سُرَادِقُهَا ۚ وَإِنْ يَسْتَغِيثُوا يُغَاثُوا بِمَاءٍ كَالْمُهْلِ يَشْوِي الْوُجُوهَ ۚ بِئْسَ الشَّرَابُ وَسَاءَتْ مُرْتَفَقًا
En zeg: De waarheid is van uwen Heer; laat dus ieder, naar hij wil, gelooven of ongeloovig zijn. Waarlijk, wij hebben den onrechtvaardige het hellevuur bereid, waarvan de rook en de vlam hem als eene tent zullen omringen. En als zij hulp verlangen, zal men hun water geven, gloeiend als gesmolten metaal, waardoor hunne aangezichten zullen verbrand worden. Welk eene ellendige vergelding, en welk een onzalig verblijf!
إِنَّ الَّذِينَ آمَنُوا وَعَمِلُوا الصَّالِحَاتِ إِنَّا لَا نُضِيعُ أَجْرَ مَنْ أَحْسَنَ عَمَلًا
Wat hen betreft, die gelooven en goede werken doen, wij zullen de belooning van degenen, die rechtvaardigheid oefenen, niet doen verloren gaan.
أُولَٰئِكَ لَهُمْ جَنَّاتُ عَدْنٍ تَجْرِي مِنْ تَحْتِهِمُ الْأَنْهَارُ يُحَلَّوْنَ فِيهَا مِنْ أَسَاوِرَ مِنْ ذَهَبٍ وَيَلْبَسُونَ ثِيَابًا خُضْرًا مِنْ سُنْدُسٍ وَإِسْتَبْرَقٍ مُتَّكِئِينَ فِيهَا عَلَى الْأَرَائِكِ ۚ نِعْمَ الثَّوَابُ وَحَسُنَتْ مُرْتَفَقًا
Voor hen zijn tuinen tot eeuwig verblijf gereed gemaakt, die door rivieren zullen worden besproeid; zij zullen daarin met gouden armbanden worden versierd, en met groene kleederen van fijne zijde en satijn gekleed worden, terwijl zij op tronen zullen zitten. Welk eene heerlijke belooning en welk een gemakkelijk verblijf!
Choose other languages:

Albanian

Amharic

Azerbaijani

Bengali

Bosnian

Bulgarian

Burmese

Chinese

Danish

Dutch

English

Farsi

Filipino

French

Fulah

German

Gujarati

Hausa

Hindi

Indonesian

Italian

Japanese

Jawa

Kazakh

Khmer

Korean

Kurdish

Kyrgyz

Malay

Malayalam

Norwegian

Pashto

Persian

Polish

Portuguese

Punjabi

Russian

Sindhi

Sinhalese

Somali

Spanish

Swahili

Swedish

Tajik

Tamil

Tatar

Telugu

Thai

Turkish

Urdu

Uyghur

Uzbek

Vietnamese

Yoruba
