Quran Apps in many lanuages:

Surah Al-Hadid Ayahs #16 Translated in Dutch

يَوْمَ تَرَى الْمُؤْمِنِينَ وَالْمُؤْمِنَاتِ يَسْعَىٰ نُورُهُمْ بَيْنَ أَيْدِيهِمْ وَبِأَيْمَانِهِمْ بُشْرَاكُمُ الْيَوْمَ جَنَّاتٌ تَجْرِي مِنْ تَحْتِهَا الْأَنْهَارُ خَالِدِينَ فِيهَا ۚ ذَٰلِكَ هُوَ الْفَوْزُ الْعَظِيمُ
Op een zekeren dag zult gij de ware geloovigen van beide kunnen zien; hun licht zal voor hen uitgaan en aan hunne rechterhanden. Men zal tot hen zeggen: Goede tijdingen komen heden tot u: tuinen met rivieren doorsneden; eeuwig zult gij daarin verblijven. Dit zal eene groote gelukzaligheid wezen.
يَوْمَ يَقُولُ الْمُنَافِقُونَ وَالْمُنَافِقَاتُ لِلَّذِينَ آمَنُوا انْظُرُونَا نَقْتَبِسْ مِنْ نُورِكُمْ قِيلَ ارْجِعُوا وَرَاءَكُمْ فَالْتَمِسُوا نُورًا فَضُرِبَ بَيْنَهُمْ بِسُورٍ لَهُ بَابٌ بَاطِنُهُ فِيهِ الرَّحْمَةُ وَظَاهِرُهُ مِنْ قِبَلِهِ الْعَذَابُ
Op dien dag zullen de huichelachtige mannen en de huichelachtige vrouwen tot degenen zeggen, die gelooven: Blijft v
يُنَادُونَهُمْ أَلَمْ نَكُنْ مَعَكُمْ ۖ قَالُوا بَلَىٰ وَلَٰكِنَّكُمْ فَتَنْتُمْ أَنْفُسَكُمْ وَتَرَبَّصْتُمْ وَارْتَبْتُمْ وَغَرَّتْكُمُ الْأَمَانِيُّ حَتَّىٰ جَاءَ أَمْرُ اللَّهِ وَغَرَّكُمْ بِاللَّهِ الْغَرُورُ
De huichelaars zullen de ware geloovigen aanroepen, zeggende: Waren wij niet met u? Zij zullen antwoorden: Ja! maar gij hebt door uwe huichelarij uwe eigen zielen verleid, en ons verderf verwacht. Gij twijfeldet nopens het geloof, en uwe wenschen hebben u bedrogen, tot een besluit van God kwam, en gij stierft; en de verleider bedroog u nopens God.
فَالْيَوْمَ لَا يُؤْخَذُ مِنْكُمْ فِدْيَةٌ وَلَا مِنَ الَّذِينَ كَفَرُوا ۚ مَأْوَاكُمُ النَّارُ ۖ هِيَ مَوْلَاكُمْ ۖ وَبِئْسَ الْمَصِيرُ
Daarom zal er dien dag geen losprijs van u worden aangenomen, noch van hen die ongeloovigen waren. Het hellevuur zal uw verblijf zijn; dit is hetgeen gij verdiend hebt; en daar zal het eene ellendige woning wezen.
أَلَمْ يَأْنِ لِلَّذِينَ آمَنُوا أَنْ تَخْشَعَ قُلُوبُهُمْ لِذِكْرِ اللَّهِ وَمَا نَزَلَ مِنَ الْحَقِّ وَلَا يَكُونُوا كَالَّذِينَ أُوتُوا الْكِتَابَ مِنْ قَبْلُ فَطَالَ عَلَيْهِمُ الْأَمَدُ فَقَسَتْ قُلُوبُهُمْ ۖ وَكَثِيرٌ مِنْهُمْ فَاسِقُونَ
Is de tijd thans niet gekomen voor hen die gelooven, dat hunne harten zich ootmoedig aan de waarschuwing van God zouden onderwerpen, en aan de waarheid, welke geopenbaard is geworden? Dat zij niet zijn als degenen, aan wie de schrift vroeger werd gegeven, en voor welke de tijd van toegevendheid werd verlengd? Maar hunne harten waren versteend, en velen van hen waren zondaren.

Choose other languages: